Het tweede verhaal:
Datum: Zondagmorgen 26-02-2006.
Plaats: Slaapkamer.
Een stem zegt:"Ga terug in de tijd in je gedachten".
Ik zie mezelf lopen in gangetjes achter huizen/schuurtjes. Ik ga terug in de jaartallen naarmate ik verder loop. Het lijkt een soort tijdsklok.
Mijn naam is madame Bovary.
De plaats is Clermont-Ferrand in Frankrijk.
Het is 1870. Ik ben een vrouw van middelbare leeftijd en ik ben ongeveer 35 jaar. Ik ben gelukkig en alleen verdrietig om mijn zoon die ik heb verloren op 9 jarige leeftijd. Ik draag een mooie wijde groene jurk en heb een parasol in mijn hand tegen de zon. Ik ben van adel en woon in een groot huis. Ik sta op een soort van rots en er is water, zee of misschien een riviermonding. In het midden van twee rotspartijen of grijze bassaltblokken ligt een eilandje met een boom erop.
Daarna volgt gelijk een tweede beeld:
Het is ineens 1435. Ik ben in Ijsland. Adam is mijn naam maar je spreekt het uit als Edam. Ik lig onder het ijs. Het is niet zo diep daar. Ik drijf onder het ijs. Mijn ogen kijken naar boven. Ik zie ijs en luchtbubbels. Ik voel me drijven.

Daarna ga ik het ontbijt beneden maken als ik wakker ben geworden. De beelden heb ik gelijk opgeschreven.
Ik loop van boven naar beneden en in de kamer valt mijn oog op de twee spiegels in de tuin. Er zit aan de zijkant van de spiegel een koolmeesje dat zichzelf ziet in de spiegel.
De koolmees hangt aan het randje en tikt tegen de spiegel. De spiegels hangen er al een paar jaar en dit heb ik nog nooit eerder gezien. Ook de koolmeesjes zijn er altijd al geweest.
"Kijk naar jezelf...."